We hebben een heel alfabet aan vitamines. Maar welke zijn dit en waar zijn ze eigenlijk goed voor. En dan heb je ook het verschil tussen vitamines en mineralen die ook in dit alfabet zitten. Je kunt er natuurlijk veel over opzoeken maar het is fijn om te weten welke vitamines er nu echt zijn en of je deze allemaal echt nodig hebt. Dus hebben we ze allemaal op een rij voor je gezet.
Wat is het verschil tussen vitamines en mineralen?
Zowel vitamines als mineralen heb je nodig om je lichaam goed te laten functioneren. En om ziektes tegen te gaan. Het zijn allemaal stoffen die ons lichaam niet zelf kunnen aanmaken, behalve vitamine D en K. We moeten het dus uit onze voeding halen. Vitamines zijn organisch, ze worden dus door planten of dieren aangemaakt. Mineralen zijn anorganisch en worden door dieren en planten opgenomen uit de aarde of komen uit voeding of water.
Er zijn 13 soorten vitamines. De vetoplosbaren zijn vitamine A, D, E, en K. Deze vind je terug in de vetten van voedingsmiddelen. De wateroplosbare zijn vitamines B1, B2, B3, B5, B6, B8, B11, B12 en vitamine C. Die vind je in het vocht dat in voedingsmiddelen zit. Deze laatsten kan het lichaam moeilijk opslaan. Het teveel wordt dus weer uitgescheiden in je urine. Vitamines zijn dus eigenlijk alleen het 1e deel van het alfabet.
Vitamine A, D, E en K
Deze zitten allemaal in vetrijke voeding zoals zuivel, olie, eieren, vlees, vette vis en lever. Het lichaam kan ze makkelijk opslaan in ons lichaam en zo een reserve opbouwen. Vitamine D kan door zonlicht zelf de vitamine aanmaken en vitamine K kan dit door de bacteriën in de darmen. Al zit vitamine K ook in bladgroente en plantaardige olie.
Vitamine A is goed voor een gezonde huid, voor je ogen, voor de groei en je weerstand. Het kan nachtblindheid tegen gaan en zit in roomboter. Vitamine D heb je nodig om calcium uit je voeding te kunnen opnemen. Dus goed voor je botten en tanden. Vitamine E beschermt je cellen, bloedbaan en weefsel en zit in vetten zoals zonnebloemolie. En vitamine K is noodzakelijk voor de bloedstolling en aanmaak van de botten. Daarom krijgen baby’s dit in het begin naast de borstvoeding.
Vitamines B1, B2, B3 en B5
Je hebt heel veel vitamines B. Je vindt ze samen met vitamine C vooral in fruit, groenten, aardappelen, graan en zuivel. Omdat je lichaam ze moeilijk kan opslaan heb je deze dus iedere dag nodig. Vandaar de roep om iedere dag voldoende groente en fruit te eten. De manier van koken is ook belangrijk om je vitamines (en mineralen) te behouden. Groente en aardappels kun je daarom beter stomen zodat alles behouden blijft.
Vitamine B1 zorgt ervoor dat de energie uit koolhydraten wordt vrijgemaakt, zoals suiker. Het is ook belangrijk voor je zenuwstelsel en je hart. Vitamine B2 is nodig voor de energievoorziening van je lichaam. Vitamine B3 is voor de aanmaak van vetzuren. Vitamine B5 is nodig voor de opbouw en afbraak van eiwitten en vetten.
Vitamines B6, B8, B11, B12 en C
Vitamine B6 speelt een rol bij je stofwisseling. Ook bij de afbraak en opbouw van aminozuren. Her reguleert ook hormonen en is nodig voor de groei, bloedaanmaak, het immuunsysteem en het zenuwstelsel. Vitamine B8 is nodig om energie uit voeding vrij te maken en voor de vorming van vetzuren.Vitamine B11 noemen we ook wel foliumzuur en dit is belangrijk voor de groei en het functioneren van het lichaam. Extra hiervan is daarom nodig voor de ontwikkeling van een ongeboren kind.
Vitamine B12 is nodig voor een goede werking van het zenuwstelsel en de aanmaak van rode bloedcellen. Dit zit alleen in dierlijke producten zoals vlees, vis, eieren en zuivel. En vitamine C is wel een van de bekendste. Deze is nodig voor de vorming van bindweefsel, de opname van ijzer en het goed houden van je weerstand. Het zit vooral in fruit (vooral citrusfruit en kiwi), groente ( vooral koolsoorten) en aardappelen.
Wat is het gevaar als je een tekort aan vitamines hebt?
Als je goed eet kun je eigenlijk niet snel een tekort krijgen. Soms is het slechter als je teveel vitamines naar binnen krijgt. In vitamine A bijvoorbeeld zit bètacaroteen en dat beschermt tegen UV straling. Een teveel is gevaarlijk. Als je het slikt met supplementen kan het bij rokers longkanker veroorzaken. Omdat de meeste vitamines zich uitscheiden door je urine krijg je eerder een teveel door supplementen te gebruiken.. Dus wees daar een beetje voorzichtig mee.
Alleen van vitamine D wordt aangeraden om een extra supplement te geven aan kinderen tot 4 jaar, mensen met een getinte huidskleur en als je weinig buiten komt. Te weinig vitamine D kan namelijk botontkalking veroorzaken en bij kinderen de Engelse ziekte. Kies dan vooral voor supplementen met D3 erin. Die werken het beste.